Hoewel de test wel een verbetering is ten opzichte van de huidige totaal-B12 test, hangt dit mede samen met welke waarde als ondergrens wordt gehanteerd. De laagste waarde die bij gezonde mensen is aangetroffen hangt af van de onderzoeksmethode. De samenstelling van de groep gezonde personen en de definitie van het begrip “gezond” spelen hierbij een belangrijke rol. Een onderzoek onder gezond veronderstelde Nederlandse bloeddonoren levert een ondergrens van ca. 20 pmol/l op. Omdat de eerste fase van een zich ontwikkelend b12 tekort nog relatief symptoomloos kan verlopen kan bij bovenstaande methode niet uitgesloten worden dat zich in deze groep personen met een negatieve b12 balans bevinden. Een ondergrens van 20 pmol/l voor de Actief-B12 test is daarmee naar onze mening te laag.
Wanneer men de groep gezonde personen zorgvuldig selecteert, zodat personen met verdenking op een mogelijk b12 tekort worden uitgesloten van de referentie populatie, ligt de ondergrens van het referentiewaardegebied ligt bij 37 pmol/l. Dit wordt meestal afgerond naar 35 pmol/l.
Andere onderzoeken komen op ondergrenzen voor gezond veronderstelde mensen die tussen deze beide uitersten in liggen.
Kijkt men naar de Actief-B12 waarden van personen met een vastgesteld b12 tekort, dan heeft 87% van deze personen een Actief-B12 waarde onder de 35 pmol/l. Dus wil men bij zoveel mogelijk personen een B12 tekort tijdig onderkennen, teneinde blijvende neurologische schade te voorkomen, dan moet de grenswaarde rond de 35 pmol/l liggen. Mogelijk worden dan een aantal gezonde personen ten onrechte als ziek aangemerkt.
Als gevolg van kleine genetische verschillen tussen personen kan de cellulaire behoefte aan B12 tussen personen verschillen. Deze kleine genetische verschillen zijn nog onvoldoende in kaart gebracht. Het verklaart waarom de ene persoon al bij een Actief-B12 waarde van 35 pmol/l klachten heeft en de andere niet.
Het is dus zo dat bij Actief-B12 waarden tussen de 20 en ongeveer 35 pmol/l er een grote bestaat dat er sprake is van een B12-tekort, zeker als u zich in de symptomen herkent. Een aanvullende test op methylmalonzuur kan de diagnose bevestigen indien methylmalonzuur verhoogd is, maar een normale testuitslag kan een vitamine B12-tekort niet uitsluiten. Bovendien wordt aangenomen dat een verhoging van methylmalonzuur zich in een later stadium van een ontwikkelend B12-tekort voordoet dan een dalende Actief-B12 waarde.
Wetenschappers die zich bezighouden met laboratoriumonderzoek zijn het er over eens dat er voor het vaststellen van een B12 deficiëntie geen “gouden standaard” bestaat en dat artsen hun diagnose niet alleen op laboratoriumonderzoek zouden moeten baseren. Men zou ook het klachtenpatroon van de patiënt hierbij in beschouwing moeten nemen. Wanneer er sprake is van een Actief-B12 waarde tussen de 20 en 35 à 40 pmol/l en een herkenbaar klachtenpatroon adviseren wij een test op methylmalonzuur in serum te laten uitvoeren. Een verhoogde methylmalonzuurwaarde kan de diagnose definitief bevestigen. Wanneer deze uitslag normaal is, verdient het aanbeveling om ‘respons op de therapie’ na te gaan om er achter te komen of B12 tekort aan de orde is, om zo de kans op blijvende neurologische schade te beperken.
Is uw Actief-B12 waarde onder de 35 à 40 pmol/l en u heeft geen klachten, dan adviseren wij om deze waarde periodiek te laten meten om het tijdig te kunnen onderkennen mocht er sprake zijn van een dalende trend.
De ondergrens voor gezonde personen is nadrukkelijk niet van toepassing op kinderen. Actief-B12 waarden van gezonde kinderen zijn nog niet vastgesteld.
Patiënten met een ernstig gestoorde nierfunctie kunnen B12 deficiënt zijn, terwijl ze Actief-B12 waarden rond de 60-70 pmol/l kunnen hebben. Voor deze groep patiënten is de test ongeschikt. De effecten van leverziekten, alcoholisme en kanker op de Actief-B12 waarden zijn nog niet onderzocht.
Concluderend kan worden gesteld dat wanneer u een totaal-B12 waarde heeft tussen de 150 en 300 pmol/l en u zich herkent in het klachtenpatroon, het zinvol kan zijn op Actief-B12 te laten testen. Het is dan wel van belang dat uw behandelend arts de testuitslag op de juiste wijze weet te interpreteren.